Werkvormen & leesbevorderingsactiviteiten
Het is belangrijk om niet alleen op school, maar ook thuis aan leesbevordering te werken. Welke activiteiten zijn voor thuis geschikt? Dat wordt hieronder kort beschreven.
​
WERKVORMEN
Op de pagina van de leerkrachten staan allerlei werkvormen beschreven. Hieronder is een selectie van die werkvormen gemaakt, die ook thuis toegepast kunnen worden. Onder elke werkvorm staat kort beschreven hoe dat er in de praktijk uitziet.
​
Voorlezen (interactief)
Volgens Walta (2016) is voorlezen de belangrijkste werkvorm van leesbevordering. Door voorlezen maakt het kind enerzijds kennis met het voorleesritueel en wil het anderzijds ook zelf gaan 'lezen'. Voorlezen doet 'nalezen'. Een doel van voorlezen is dan ook om kinderen enthousiast te maken om zelf boeken te gaan lezen. Ook krijgt de sociaal-emotionele ontwikkeling een extra stimulans als het kind zich verplaatst in andere personages en situaties.
​
Voor het voorlezen is eigenlijk maar één ding nodig en dat is een goed boek. Het is belangrijk dat de voorlezer een boek kiest waar hij zelf ook 'iets mee heeft'.
​
De bestedingstijd voor deze werkvorm kan heel verschillend zijn. Soms kan er uitgebreid voorgelezen worden waarbij ook de kinderen betrokken worden (interactief voorlezen). De kinderen beantwoorden tussendoor vragen en blijven zo actief bij het verhaal. Ook kan het voorlezen heel kort gebeuren, wanneer het bijvoorbeeld even als tussendoortje wordt gedaan. De ouder moet tijdens het voorlezen goed in de gaden houden of de kinderen de concentratie nog hebben om ernaar te luisteren. Wanneer kinderen afhaken, moet er gestopt worden.
​​
​
​
​
​Het is belangrijk om een boek altijd eerst zelf te lezen, zodat je als voorlezer weet wat er komen gaat. Wanneer je voor het eerst begint met een boek, is het mooi om deze eerst te introduceren. Dit kan gedaan worden door het boek te bekijken en hier vragen over te stellen. Vragen als "Waar kan het boek over gaan?" of "Wat zie je op de voorkant?" zijn voorbeelden hiervan. Na de introductie kan er gestart worden met het voorlezen van het verhaal. Tijdens het voorlezen moet er gebruik gemaakt worden van een rustig voorleestempo. Wanneer ouders de Nederlandse taal minder goed beheersen, dan hun eigen moedertaal, kunnen zij daarin voorlezen. Het gaat erom dat kinderen voorgelezen worden. Uiteindelijk hebben kinderen zelf het vermogen om dit te vertalen naar het Nederlands.
​Er kunnen verschillende aspecten bij het voorlezen toegepast worden. Deze staan hieronder kort beschreven.
​- Als voorlezer kun je kort vertellen waar het verhaal over gaat. Eventueel kun je daar al wat moeilijke woorden of nieuwe begrippen
​ uitleggen, zodat deze vooraf al duidelijk zijn.
​- De kinderen luistervragen geven. Op deze manier blijven de kinderen actief luisteren. Deze luistervragen kunnen gaan over het
verhaal zelf of over de taal die gebruikt wordt, zoals bijvoorbeeld "Luister eens of je een mooie zin hoort".
- Wanneer de voorlezer aan het voorlezen is, kunnen de kinderen tekenen wat ze horen. Ondertussen mogen zij niet stoppen met
tekenen. Uiteindelijk kan er bekeken worden hoe iedereen geluisterd heeft naar het verhaal en hoe iedereen het geïnterpreteerd
heeft.
- Wanneer een boek uitgelezen is, de kinderen een fragment uit het boek laten kiezen. Van dit fragment gaan zij een toneelstukje
maken. Deze worden vervolgens weer met elkaar besproken.
​
Willem Wever- vraag
Het doel van deze werkvorm is dat de kinderen bezig gaan met informatieve boeken. Ook oefenen ze met hun studievaardigheden.
​
Voor deze werkvorm zijn in principe alleen informatieve boeken nodig die passen bij de vraag die
wordt gesteld.
​
De duur hangt af van de ouder. Hoelang laat de ouder hun kind naar het antwoord zoeken?
​​
Een ouder stelt een concrete vraag aan het kind. Hij gaat vervolgens op zoek naar het antwoord. Het antwoord kan ook worden gegeven met een meegebracht voorbeeld (illustratie, voorwerp). Laat het kind ook vertellen over de zoektocht naar het antwoord.
​
Boekproject
Het doel van het boekproject is om verdieping te krijgen in de beleving van het verhaal of de interesse. Ook reflecteren kinderen op de schrijf- en tekenstijl en breiden ze hun literaire competenties uit. Tot slot is er uiteraard aandacht voor taalbeschouwing.
​
De benodigdheden voor deze werkvorm zijn per keer verschillend. Het hangt ervan af welke activiteiten de ouder kiest. Wel is een overeenkomst, dat er voor elke activiteit een boek centraal moet staan.
​
De duur van de werkvorm hangt af van de keuze van de activiteit(en). Plusminus zal de activiteit 20 minuten duren. Uiteraard hangt het ook af van de verdieping die de ouder inbrengt.
​
In een boekproject staat één boek centraal. De tekst wordt in meerdere voorleessessies door de ouder voorgelezen en/of door het kind zelf. Aan iedere voorleessessie worden met name taal-, lees-, en drama-activiteiten gekoppeld, gericht op de tekst en de illustraties. De activiteiten waar de leerkracht uit kan kiezen, staan hieronder in een document beschreven.
​
​
Uitwerking activiteiten boekproject
​
​
LEESBEVORDERINGSACTIVITEITEN
Op school wordt er veel aandacht besteed aan de landelijke leesbevorderingscampagnes, zoals de Kinderboekenweek. Echter is het ook belangrijk om hier thuis mee verder te gaan. Wat kan er thuis gedaan worden tijdens deze campagnes? Dat staat hieronder beschreven.
​
Kinderboekenweek
Tijdens de Kinderboekenweek staat een bepaald thema centraal. Tijdens deze week wordt er veel gedaan met het lezen van kinderboeken. Deze kinderboeken sluiten aan bij het centrale thema. Ook is er in de boekenwinkel een kinderboekenweekgeschenk, die je krijgt wanneer je daar een boek koopt. Tijdens de Kinderboekenweek worden er ook prijzen uitgereikt, namelijk de;
- Gouden griffel, een prijs die gewonnen kan worden door Nederlandstalige boeken.
- Zilveren griffel, een prijs die gewonnen kan worden door Nederlandstalige boeken én vertalingen.
- Gouden penseel, een prijs die gewonnen kan worden door het best Nederlandse geïllustreerde boek.
- Zilveren penseel, een prijs die gewonnen kan worden door het best geïllustreerde boek, zowel Nederlands als buitenlands.
​
Het is belangrijk om thuis ook bezig te gaan met deze campagnes, zodat het bij de kinderen nog meer leeft. Zo kunnen ouders elke dag bespreken wat zij op school hebben gedaan. Ook is het belangrijk om met het kind te praten over de Kinderboekenweek. Welke boeken vind het kind goed? Welke boeken zouden volgens het kind een prijs verdienen?
Ook zijn er tijdens de Kinderboekenweek veel knutselwerkjes te vinden. Thuis kan zo'n knutselwerkje ook gemaakt worden. Ouders kunnen thuis ook regelmatig het nummer van Kinderen voor Kinderen laten horen en met hen mee dansen.
​
​
​
​
​
​
​
Nationale Voorleesdagen
De Nationale Voorleesdagen gaan van start wanneer het Nationaal Voorleesontbijt is. Tijdens dit ontbijt zetten veel bekende Nederlanders zich in om ergens in Nederland te gaan voorlezen. Daarmee laten zij zien dat voorlezen belangrijk én plezierig is.
Een jury van bibliothecarissen kiest het Prentenboek van het Jaar, dat tijdens deze dagen centraal staat. Ook worden er nog negen andere prentenboeken geselecteerd.
​
Ouders kunnen thuis met deze campagne verder gaan, door zelf veel voor te lezen. Eventueel uit de geselecteerde prentenboeken. Ook kunnen ouders thuis zelf boeken selecteren, waaruit voorgelezen kan worden. Wanneer het kind wat ouder is, kunnen ouders hun kind een boek laten voorlezen. Zo wordt het wat uitdagender voor het kind.
​
Poëzieweek
Tijdens deze week is het de bedoeling dat het bereik van poëzie bij kinderen groter wordt. Vaak
hebben kinderen al vooroordelen wanneer ze het woord 'gedicht' horen. In deze week is het de
bedoeling dat de kinderen duidelijk wordt gemaakt, dat poëzie iets moois en bijzonders is. Om dit
duidelijk te maken, is het belangrijk om veel met gedichten aan de slag te gaan. Dit kan gedaan
worden door veel over allerlei soorten gedichten te praten, maar natuurlijk ook door kinderen zelf
gedichten te laten schrijven.
​
Thuis kan met deze campagne gewerkt worden, door veel gedichten voor te lezen en deze te
bespreken. Welk gevoel roept het bij je op? Wat vind je van het gedicht en waarom? Wat is de
betekenis achter het gedicht?
​
Nationale Kinderjury
Eind januari begint de Nederlandse Kinderjury. Uit alle boeken die in het voorafgaande kalenderjaar verschenen zijn, kiezen kinderen het boek dat zij het mooiste vinden. De titels zijn ingedeeld in twee leeftijdscategorieën: 6 t/m 9 jaar en 10 t/m 12 jaar. De Nederlandse Kinderjury is ontstaan als tegenhanger van de Griffel- en Penseeljury, waarin alleen volwassenen kiezen. Kinderen kunnen individueel of in schoolverband deelnemen aan de Kinderjury.
​
Het is belangrijk dat ouders thuis kinderen ook stimuleren om te stemmen op het beste boek. Op deze manier worden de kinderen gestimuleerd om boeken te lezen en daarover kunnen ze ook nog hun mening geven. Ouders kunnen met hun kind bespreken wat zij van een boek vinden en waarom zij dat vinden. Op basis waarvan maken ze de beslissingen?